Inhoud
Toepassingsgebied
De verordening is van toepassing indien de voor de verwerking verantwoordelijke, een organisatie die gegevens verzamelt van EU burgers, of een verwerker, een organisatie die gegevens verwerkt namens voor de verwerking verantwoordelijke zoals cloud-dienstverleners of namens de betrokkene (persoon), in de EU is gevestigd. De verordening is ook van toepassing op buiten de EU gevestigde organisaties die persoonsgegevens verzamelen of verwerken van binnen de EU gevestigde personen. Volgens de Europese Commissie "zijn persoonsgegevens alle gegevens die betrekking hebben op een individu, ongeacht of het gaat om zijn privé-, beroeps- of openbare leven. Het kan gaan om een naam, een huisadres, een foto, een e-mailadres, bankgegevens, berichten op sociale netwerksites, medische informatie of het IP-adres van een computer." De verordening is niet bedoeld om van toepassing te zijn op de verwerking van persoonsgegevens voor activiteiten op het gebied van nationale veiligheid of rechtshandhaving in de EU; industriële groepen die zich zorgen maken over mogelijke wetsconflicten hebben zich echter afgevraagd of artikel 48[6] van de AVG kan worden ingeroepen om te proberen te voorkomen dat een voor de verwerking verantwoordelijke die onder de wetgeving van een derde land valt, zich houdt aan een rechtsorde van de wetshandhavings-, gerechtelijke of nationale veiligheidsinstanties van dat land om aan die autoriteiten de persoonsgegevens van een persoon uit de EU bekend te maken, ongeacht of de gegevens zich in of uit de EU bevinden. Artikel 48 bepaalt dat een rechterlijke beslissing van een rechterlijke instantie en een beslissing van een administratieve autoriteit van een derde land die een voor de verwerking verantwoordelijke of verwerker ertoe verplicht persoonsgegevens door te geven of openbaar te maken, alleen erkend of afdwingbaar kan zijn op grond van een internationale overeenkomst, zoals een verdrag inzake wederzijdse rechtshulp dat van kracht is tussen het verzoekende derde land (niet-EU) en de EU of een lidstaat. Het hervormingspakket inzake gegevensbescherming omvat ook een afzonderlijke gegevensbeschermingsrichtlijn voor de politiële en strafrechtelijke sector die regels bevat voor de uitwisseling van persoonsgegevens op nationaal, Europees en internationaal niveau.
Eén set regels en één loket
Voor alle lidstaten van de EU gelden dezelfde regels. Elke lidstaat dient een onafhankelijke gegevensbeschermingsautoriteit te hebben om klachten te behandelen en te onderzoeken, administratieve overtredingen te bestraffen, enz. De toezichthoudende autoriteiten in elke lidstaat werken samen met andere toezichthoudende autoriteiten, verlenen wederzijdse bijstand en organiseren gezamenlijke acties. Indien een bedrijf in de EU meerdere vestigingen heeft, zal het één enkele toezichthoudende autoriteit als "leidende autoriteit" hebben, gebaseerd op de locatie van zijn "hoofdvestiging" waar de belangrijkste verwerkingsactiviteiten plaatsvinden. Het Europees Comité voor gegevensbescherming coördineert de toezichthoudende autoriteiten. Dit Comité vervangt de werkgroep artikel 29.Er zijn uitzonderingen voor gegevens die in het kader van de werkgelegenheid of de nationale veiligheid worden verwerkt en die nog steeds onderworpen kunnen zijn aan individuele nationale regelgeving (artikel 2, lid 2, onder a), en artikel 82 van de AVG).
Verantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht
De aankondigingseisen blijven gehandhaafd en worden uitgebreid. Zij moeten de bewaartermijn voor persoonsgegevens bevatten en er moet contactinformatie worden verstrekt aan de verantwoordelijke voor de verwerking en de functionaris voor gegevensbescherming.Geautomatiseerde individuele besluitvorming, met inbegrip van profilering (artikel 22), kan worden betwist, net als in de databeschermingsrichtlijn (artikel 15). Burgers hebben het recht om vragen te stellen en te strijden tegen belangrijke beslissingen die hen betreffen en slechts op algoritmische basis zijn genomen.Om aan te kunnen tonen dat de AVG wordt nageleefd, moet de voor de verwerking verantwoordelijke maatregelen nemen die voldoen aan de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp (privacy by design) en gegevensbescherming door standaardinstellingen (privacy by default). Volgens gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen (artikel 25) moeten gegevensbeschermingsmaatregelen worden ontworpen voor de ontwikkeling van bedrijfsprocessen voor producten en diensten. Dergelijke maatregelen omvatten onder meer pseudonimisering van persoonsgegevens door de voor de verwerking verantwoordelijke, zo spoedig mogelijk (overweging 78).Het is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de voor de verwerking verantwoordelijke om effectieve maatregelen te treffen en de conformiteit van de verwerkingsactiviteiten aan te tonen, zelfs als de verwerking wordt uitgevoerd door een gegevensverwerker namens de voor de verwerking verantwoordelijke. (overweging 74).Bij specifieke risico's voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen moeten gegevensbeschermingseffectbeoordelingen (artikel 35) worden uitgevoerd. Risicobeoordeling en risicobeperking is vereist en voorafgaande goedkeuring van de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten is vereist voor grote risico' s. Er zijn gegevensbeschermingsfunctionarissen (artikelen 37-39) nodig om de naleving binnen organisaties te waarborgen.Zij moeten worden benoemd:• voor alle overheidsinstanties, met uitzondering van rechterlijke instanties die in hun hoedanigheid van rechter optreden;• indien de kernactiviteiten van de voor de verwerking verantwoordelijke of de verwerker als volgt zijn:o verwerkingen die vanwege hun aard, reikwijdte en/of doeleinden vereisen dat de betrokkenen op grote schaal regelmatig en systematisch worden gevolgd;o verwerking op grote schaal van speciale categorieën van gegevens overeenkomstig artikel 9 en persoonsgegevens in verband met strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10.
Wettelijke basis voor verwerking
Gegevens mogen niet worden verwerkt tenzij er ten minste één wettelijke basis is om dit te doen:[6]• De betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden.• Verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een contract waar betrokkene deel van is of om op verzoek van de betrokkene stappen te ondernemen voordat hij een contract sluit.• Verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting waaraan de voor de verwerking verantwoordelijke is onderworpen.• Verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te behartigen.• De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of voor de uitoefening van officiële autoriteit van de voor de verwerking verantwoordelijke.• Verwerking is noodzakelijk met het oog op de rechtmatige belangen die door de voor de verwerking verantwoordelijke of door een derde worden behartigd, tenzij deze belangen prevaleren boven de belangen of fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, die bescherming van persoonsgegevens vereisen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
Toestemming
Indien de toestemming wordt gebruikt als wettelijke basis voor verwerking, moet de toestemming expliciet worden gegeven voor de verzamelde gegevens en de doeleinden waarvoor die gegevens worden gebruikt (artikel 7; gedefinieerd in artikel 4). Toestemming voor kinderen moet door de ouder of voogd van het kind worden gegeven en moet verifieerbaar zijn (artikel 8). De voor de verwerking verantwoordelijken moeten "toestemming" kunnen aantonen en de toestemming kan worden ingetrokken.
Functionaris voor gegevensbescherming
Indien de verwerking wordt uitgevoerd door een overheidsinstantie, met uitzondering van rechterlijke instanties of onafhankelijke rechterlijke instanties wanneer zij optreden in hun gerechtelijke hoedanigheid, of indien de verwerking in de particuliere sector wordt uitgevoerd door een voor de verwerking verantwoordelijke wiens kernactiviteiten bestaan uit verwerkingen die een regelmatige en systematische controle van de betrokkenen vereisen, dient een persoon met deskundige kennis van de wetgeving en praktijken inzake gegevensbescherming de voor de verwerking verantwoordelijke of verwerker bij te staan bij het toezicht op de interne naleving van deze verordening.De functionaris voor gegevensbescherming is vergelijkbaar met een nalevingsfunctionaris en zal naar verwachting ook deskundig zijn in het beheren van IT-processen, gegevensbeveiliging (met inbegrip van het afhandelen van cyberaanvallen) en andere kritieke bedrijfscontinuïteitsaspecten rond het bewaren en verwerken van persoonlijke en gevoelige gegevens. De vereiste vaardigheden gaan verder dan het begrijpen van de wettelijke naleving van wetten en voorschriften inzake gegevensbescherming.De aanstelling van een functionaris voor gegevensbescherming in een grote organisatie zal een uitdaging vormen voor zowel het bestuur als de betrokkene. Er zijn tal van problemen op het gebied van bestuur en menselijke factoren die organisaties en bedrijven moeten aanpakken, gezien de omvang en de aard van de benoeming. Daarnaast moet de functionaris voor gegevensbescherming beschikken over een ondersteuningsteam en zal hij ook verantwoordelijk zijn voor de verdere professionele ontwikkeling om onafhankelijk te zijn van de organisatie die hen in dienst neemt, effectief als een "mini-autoriteit".Meer details over de functie en de rol van de functionaris voor gegevensbescherming werden op 13 december 2016 (herziene versie 5 april 2017) gegeven in een richtsnoer.
Pseudonimisering
De AVG verwijst naar pseudonimisering als een proces waarbij persoonsgegevens zodanig worden omgezet dat de resulterende gegevens niet zonder het gebruik van aanvullende informatie aan een specifieke betrokkene kunnen worden toegeschreven. Een voorbeeld hiervan is versleuteling, waarbij de oorspronkelijke gegevens onbegrijpelijk worden en het proces niet kan worden omgekeerd zonder toegang tot de juiste ontcijferingssleutel. De AVG vereist dat de aanvullende informatie (zoals de ontcijferingssleutel) gescheiden wordt gehouden van de gepseudonimiseerde gegevens.Een ander voorbeeld van pseudonimisering is symbolisering, een niet-wiskundige benadering van de bescherming van gegevens in rust die gevoelige gegevens vervangt door niet-gevoelige substituten, de zogenaamde symbolen. De symbolen hebben geen extrinsieke of exploiteerbare betekenis of waarde. De symbolisering verandert het type of de lengte van de gegevens niet, wat betekent dat het kan worden verwerkt door oudere systemen zoals databases die gevoelig kunnen zijn voor lengte en type gegevens.Dat vereist veel minder rekenmiddelen om te verwerken en minder opslagruimte in databases dan traditioneel gecodeerde gegevens. Dit wordt bereikt door specifieke gegevens volledig of gedeeltelijk zichtbaar te houden voor verwerking en analyse terwijl gevoelige informatie verborgen wordt gehouden.Pseudonimisering wordt aanbevolen om de risico's voor de betrokkenen te beperken en ook om de voor de verwerking verantwoordelijken en verwerkers te helpen hun verplichtingen inzake gegevensbescherming na te komen (overweging 28).Hoewel de AVG het gebruik van pseudonimisering aanmoedigt om "de risico's voor de betrokkenen te verminderen" (overweging 28), worden gepseudonimiseerde gegevens nog steeds beschouwd als persoonsgegevens (overweging 26) en blijven zij dus onder de AVG vallen.
Datalek
Krachtens de AVG is de voor de verwerking verantwoordelijke wettelijk verplicht de toezichthoudende autoriteit zonder onnodige vertraging op de hoogte te stellen, tenzij het datalek waarschijnlijk niet zal leiden tot een risico voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen. Er is een maximumtermijn van 72 uur na kennisneming van het datalek om het verslag op te stellen (artikel 33). Personen moeten op de hoogte worden gebracht wanneer negatieve effecten worden vastgesteld (artikel 34). Bovendien moet de gegevensverwerker de voor de verwerking verantwoordelijke zonder onnodige vertraging op de hoogte te stellen van een datalek. (artikel 33).De kennisgeving aan betrokkenen is echter niet vereist indien de voor de verwerking verantwoordelijke passende technische en organisatorische beschermingsmaatregelen ten uitvoer heeft gelegd die de persoonsgegevens onbegrijpelijk maken voor eenieder die geen toegangsbevoegdheid heeft, zoals versleuteling (artikel 34).
Sancties
De volgende sancties kunnen worden opgelegd:• een schriftelijke waarschuwing in geval van eerste en niet-opzettelijke niet-naleving• periodieke controles van gegevensbescherming• een boete van maximaal 10 miljoen euro of maximaal 2% van de wereldwijde jaaromzet van het vorige boekjaar in het geval van een onderneming, afhankelijk van welk bedrag hoger is, indien de volgende bepalingen zijn overtreden (artikel 83, lid 4, onder 20)o de verplichtingen van de voor de verwerking verantwoordelijke en de verwerker uit hoofde van de artikelen 8,11,25 tot en met 39,42 en 43o de verplichtingen van de certificeringsinstantie uit hoofde van de artikelen 42 en 43o de verplichtingen van het controleorgaan uit hoofde van artikel 41, lid 4• een boete van maximaal 20 miljoen euro of maximaal 4% van de wereldwijde jaaromzet van het vorige boekjaar in het geval van een onderneming, afhankelijk van welk bedrag hoger is, indien de volgende bepalingen zijn overtreden (artikel 83, leden 5 en 6[8])o de basisbeginselen voor verwerking, met inbegrip van de voorwaarden voor toestemming overeenkomstig de artikelen 5,6,7 en 9o de rechten van de betrokkenen uit hoofde van de artikelen 12 tot en met 22o de doorgifte van persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of een internationale organisatie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49o eventuele verplichtingen uit hoofde van de krachtens hoofdstuk IX vastgestelde wetgeving van een lidstaato niet-naleving van een bevel of een tijdelijke of definitieve beperking van de verwerking of opschorting van de gegevensstromen door de toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 58, lid 2, of het niet verlenen van toegang in strijd met artikel 58, lid 1, of het niet verlenen van toegang in strijd met artikel 58, lid 1